Laatst kwamen we hier thuis toevallig bij Blue Planet II terecht, de BBC natuurserie over het leven in de oceaan. Het was zo fascinerend dat we er niet meer van los kwamen. Mijn persoonlijke favoriet was toch wel de wiervis.
J.K. Rowling had hem niet fabelachtiger kunnen verzinnen.
Mijn ervaringen met exotische zeedieren gaan niet veel verder dan een paar kwallen op het strand van Terschelling.
En niet zozeer exotisch maar wel bijzonder, was het ‘zwemmen met zeehond’ voor de kust van Renesse. Vooral omdat het spontaan in het wild gebeurde. Ineens dat zwarte koppie dat op 5 meter afstand naast me opdook.
Ook toen we vroeger met het gezin bijna elk jaar in Bretagne op een camping aan zee stonden, had ik de gewoonte om dagelijks minstens één keer in zee te zwemmen. Achteraf gezien had ik daar, zonder dat ik het mij realiseerde, mijn eerste meditatieve ervaringen.
Het fijne van water vind ik dat het mijn hele lichaam voelbaar omsluit en dat het me optilt. Ik stelde me zeewater altijd voor als een geleidend materiaal voor de ziel, waardoor ik zwemmend met alle open water op de aardbol verbonden was.
Even ontsnappend aan de drukte van de vakantie liet ik mijn gedachten met de stroom van het water afvoeren en was mijn aandacht nog slechts bij mijn huid als tastzintuig. Als een wiervis strekte ik al mijn voelsprietjes uit in de oneindigheid van de oceanen waarmee ik me verbonden voelde.
Helaas kwam er altijd een moment waarop mijn temperatuursensoren het water echt te koud vonden worden en ik klappertandend naar de kant zwom.
Inmiddels weet ik dat ik deze ervaring van oneindigheid waar en wanneer ik maar wil kan oproepen. Achter mijn computer op het werk, in de rij voor de kassa, wachtend op de metro. Een zee aan mogelijkheden.