Van een goede vriend kreeg ik voor mijn verjaardag een workshop tangodansen cadeau. Ik hou erg van dansen en ga meestal als eerste met de voetjes van de vloer, maar dan wel free-style. Als dreumes heb ik waarschijnlijk te weinig gekropen, want ruimtelijke coördinatie is voor mij een groot probleem. Behalve dat ik het verschil tussen links en rechts niet weet, heb ik ook geen idee waar mijn armen en benen zich bevinden. Pasjes leren is niet echt aan mij besteed.
Gelukkig vertelde de dansjuf direct dat de tango een heel vrije, te improviseren dans is. Maar dat improviseren moet je dan natuurlijk wel met zijn tweeën tegelijk doen. En toen werd het leuk.
We werden ingewijd in de geheimen van leiden en volgen. Met druk en tegendruk in de armen, zwaartekracht in de knieën, een tikje naar voren hellend, maar niet aan elkaar hangend, leerden we van onze omarming een cocon te maken waarin de taal van beweging leidend werd. Maar dat was nog niet zo eenvoudig.
Er was uiteindelijk één magisch moment, terwijl ik mijn ogen even dicht deed, dat we één waren in de ruimte. Een moment waarin ik de controle losliet en onze bewegingen samenvielen met de muziek in een harmonieuze opeenvolging van passen.
Ik geef toe dat het gevoel van triomf na afloop weer wreed werd verstoord, toen de ervaren paren de dansvloer onveilig kwamen maken. Het was duidelijk dat we nog veel te leren hadden.
Maar een dag later overheerst toch de herinnering aan dat ene moment waarop het allemaal leek te kloppen. En dat was een heel mooi verjaardagscadeau.