Vandaag zocht ik de rivier op.
Vanaf de dijk sla ik haar gade
hoe zij door steen en klei beteugeld
ongekend naar zee trekt.
Ik strek mijn hand, doorbreek
haar donker golvend oppervlak
lok haar zacht zingend uit haar
in zichzelf gekeerde sluimering.
Het water stijgt
vloeit uit wordt wijd
doorwoelt de strakke lijnen
omvat mij als ik afdaal
doopt mij in geheimen
opdat ik levend word
en leven geef, leert zij mij
in haar meedogenloze schoot
de wetten van de dood.
De veerman wekt mij,
wacht met uitgestrekte hand.
Geen haast vandaag, zegt hij
en helpt mijn fiets aan boord
één hand aan het roer
streelt hij mijn rug, zijn lied
waait door mijn haar
‘ik ben het’
klinkt wat is beloofd
wij varen door.
Vandaag geen overkant.
Petra de Vries (2005)