Na de aanslag op de Twin Towers in New York is mij één verhaal bijgebleven. Een jaar eerder had Ivo Niehe een rapportage gemaakt over de glazenwasser van het WTC. Ongerust over het lot van deze vriendelijke Latino, ging Ivo op zoek en vernam uiteindelijk van de familie dat hij de aanslag niet had overleefd. Beseffend dat dit het einde was, had hij nog naar huis weten te bellen. Zijn laatste woorden waren: maak je geen zorgen over mij, ik ben in Gods hand.
Dat wij allemaal veilig willen zijn als de dood nadert, bewijst ook de op één na hoogste Nederlandstalige notering in de Top2000. Als het einde komt, en als ik dan bang ben, mag ik dan bij jou? Claudia staat niet voor niets ook in de top 5 van uitvaartmuziek.
Toen ik mijzelf een paar jaar geleden tot atheïst verklaarde, vond ik dat in de eerste plaats heel dapper. Ik deed afstand van de geborgenheid van een God die altijd aanwezig is en realiseerde mij heel goed dat ik doodgaan voortaan alleen zou moeten doen. Zonder geloof in licht aan het eind van de tunnel en een paradijslijk hiernamaals is de dood simpelweg het eindpunt van het leven. Dat is verder no big deal lijkt me, je weet er daarna immers niets meer van.
Het probleem zit hem meer in de aanloop ernaar toe, als dat gepaard gaat met ziekte of geweld en de daarbij behorende pijn. Niet iedereen heeft het geluk dat er dan een geliefde in de buurt is waar je ‘bij mag zijn’. Wat heeft de ongelovige in dat geval voor houvast?
Ik weet het niet. Zelf hoop ik dat ik me op dat moment deze regels van Leonard Cohen zal herinneren:
There is a crack in everything
That’s how the light gets in.